Broedvogels van Engbertsdijksvenen in 2022

Engbertsdijksvenen ziet er de laatste paar jaren heel anders uit, door het weghalen van heel veel van de berken. Daar reageren vogels natuurlijk ook op. Verder was ook het weer van invloed: het broedseizoen begon met een drijfnat veen, maar in de loop van het voorjaar droogde het heel snel op. Maar er was toch weer genoeg te zien en te horen, zoals te lezen in dit verslag. Bijzonder dit jaar waren de Grauwe klauwieren, niet eerder waren er zoveel. Raven hebben voor het eerst met succes gebroed. Dat gaat helaas niet op voor de Kraanvogels, ze kregen wel jongen, maar deze zijn niet groot geworden.

Engbertsdijksvenen trekt ook de aandacht van ongewenste bezoekers: een nest met jonge Kleine bonte spechten werd brutaalweg uit een boom gezaagd. In het verslag wordt ook gefilosofeerd over de inrichting, natuurlijk om het ook voor vogels aantrekkelijk te houden. Er is een hoofdstuk gewijd aan de vroegere in cultuur gebrachte percelen langs de Paterswal. Hier broeden nu al een aantal zeldzame soorten als de Grauwe klauwier en de Wielewaal. Er word een voorstel gemaakt om het voor deze soorten nog aantrekkelijker te maken. Dat is dan ook meteen weer mooi voor de bezoekers van het veen. Hier is ook gedacht aan de minder valide medemens: op de hoge bult aan de Paterswal is met weinig moeite een uitzichtpunt te maken waar je met een rolstoel eenvoudig kunt komen. Een wens waar de KNNV al een paar jaar aandacht voor vraagt!

Woord vooraf: 
In zijn jonge jaren liep mijn vriend zo vanuit huis het veen in, hij woonde aan de rand ervan. Nu jaren later kan dat weer: hij heeft samen met zijn vrouw een nieuwe woning gebouwd, weer op een steenworp afstand van het veen. Hun erf wordt helemaal ingericht als hun eigen stukje natuur, in het tweede jaar broedde er al een stel Patrijzen tussen de zonnepanelen. Wanneer het maar even kan lopen ze een rondje door het veen. Maar dat is toch niet hetzelfde als dat struinen van vroeger. Of hij niet een keer mee kon, voor de broedvogels. Graag, wat mij betreft, want zijn oren doen het veel beter dan mijn eigen. Dat had ik allang gemerkt. Neem ik de camera mee zei hij, misschien zien we wel zwijnen. Zou kunnen zei ik, maar ik zie ze soms in een heel jaar niet. We spraken af op een zondagmorgen, maar hij had de topgrafie nog niet helemaal onder de knie, hij stond in het donker op de verkeerde plek te wachten. Intussen vroeg ik mij af waar hij bleef, met zicht op een enorm zwijn, op een verhoging tussen het Pijpenstro.

Toen hij aangekomen was, was het zwijn intussen opgegaan in de vegetatie. Jammer. We liepen door tot aan de plek waar tot voor een paar jaar nog de schaapskooi stond. Hier was hij in zijn jonge jaren kind aan huis, bij de hut van de oude vervener. Nu moest hij zich helemaal opnieuw oriënteren, alles is er anders geworden. Plots zagen we vlakbij wat groots en donkers bewegen: zwijnen, wroetend op een dam! Het jongetje in hem werd weer wakker, op handen en voeten ging het door de bramen, steeds dichterbij. Toen klapte ik een paar keer in mijn handen, het had lang genoeg geduurd, we kwamen hier immers wel om vogels te tellen. Weg zwijnen. Wij liepen ons rondje verder af, waarbij we onderweg nog weer eens op een stel varkens stuitten. We zagen voor hem nieuwe beelden als baltsende Kleine plevieren, en hij voegde na een paar keer luisteren de zang van de Boomleeuwerik toe bij de soorten die hij allang kent. We zijn nog een paar keer vaker geweest. Intussen kwamen er een vacature bij de tellers, in de kavel waar hij praktisch tegenaan woont. Dat zou wat voor jou wezen zei ik. Het leek hem prachtig, als hij maar wat hulp zou krijgen in het begin. Dat spreekt vanzelf, en ik gaf hem alvast de oranje Sovon-armband. Hij was net zo verguld met dat lapje stof als een meisje met een nieuwe bikini. Vanaf dit voorjaar is hij broedvogelteller voor Sovon, in het domein van zijn jeugd.

Lees verder in verslag in pdf op de site via deze link