Vlakbij Vriezenveen in de richting van de Weitemanslanden ligt de Kooiplas; restant van een meertje nabij de oude eendenkooi. Deze kooi bestond al in 1694. Een paar honderd jaar geleden vormden Kooyplas en Kooy tezamen met het Kooykershuisje en de Kooykerssdiek, de Oosterse eendenkooy. Er waren twee eendenkooien: de Westerse en de Oosterse. Van de Westerse kooi is weinig bekend. Deze eendenkooien waren eigendom van de Graaf van Rechteren, Graaf van Almelo.
Egbert de Kooyker, was de eerste kooiker, die in 1694 als Kooyman wordt vermeld. Berend Engbertsz. Kooyker, vermoedelijk een zoon van hem, wordt in 1723 als kooiker genoemd. De laatste kooiker, Berend Berkhoff, deed er zijn werk tot in de eerste decennia van de negentiende eeuw. Daarna raakte dit vangmiddel in verval en bleef alleen de Kooiplas nog over.
Begin jaren 30 zijn de sloten met hun wallen en gagelbegroeiing in het omringende gebied ten offer gevallen aan de ontginning om de landbouwproductie in ons land te vergroten. De Weiteman en het Witteveen werden ontgonnen en alleen de Kooiplas bleef in dit gebied over.
De Kooiplas werd aangekocht door mr. Jan Willem Schneider uit Delden, die er in 1934 een natuurreservaat van maakte en de naaste omgeving beplantte met berken en andere bomen, die nu in een krans om de plas staan. J.W. Schneider was advocaat en procureur en woonachtig in “het Oude Huis” te Delden. Hij was een echte natuurliefhebber en een fervent jager. Ook de Kooiplas behoorde tot één van zijn jachtgebieden.
IJsbaan
Op de website van ijsclub “Eendracht” (Vriezenveen Oosteinde en de Pollen) is het volgende te lezen over de Kooiplas: Toen echter in de jaren rond 1930 (de crisisjaren) de Weitemanslanden werden ontgonnen, werkten hier werklozen uit Rotterdam en Den Haag en bleef alleen de Kooiplas onaangetast. Dhr J.W. Schneider uit Delden werd eigenaar hiervan en de heer G. Drenthen werd beheerder over dit gebied van ongeveer 15 hectare. Met toestemming van de heer Snijders mocht ijsclub “Eendracht” zijn activiteiten voortzetten op de Kooiplas. Door de ontginning en de drooglegging van de Weitemanslanden had ook de Kooiplas na enkele jaren niet meer voldoende water en groeide daardoor al spoedig dicht, hetgeen betekende dat het schaatsen hier tot het verleden behoorde.
Recente situatie
De Kooiplas is nu bijna volledig dichtgegroeid. ’s Winters staat er nog veel water, maar zomers valt de gehele plas regelmatig droog. De waterstand zakt zomers wel een meter ten opzichte van het winterpeil. Het natuurgebied de Kooiplas werd in 1988 door de familie Snijder geschonken aan de Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu (SBNL). In 1992 werd een “Herstelplan De Kooiplas” opgesteld, maar door het ontbreken van financiële middelen bleef de uitvoering uit. Ook een opgestelde “Beheervisie De Kooiplas Vriezenveen 1995-2005” werd niet uitgevoerd. Het verwijderen van een deel van het wilgenstruweel uit het centrale deel en het verwijderen van de humuslaag van dat bodemgedeelte van de vroegere plas zou kansen bieden voor een grotere variatie aan vogels, kruidachtigen/struiken als gagel, moerasviooltje en wateraardbei en verder vlinders/libellen. Wel dient dan voorkomen te worden dat de ondergrond te veel beroerd wordt waardoor het water nog sneller wegzakt.
Kooiplas en/of eendenkooi?
Uit oude topografische en kadastrale kaarten blijkt dat de huidige Kooiplas nooit als eendenkooi in gebruik was. Tussen Kooiplas en ’t Slot lag de echte eendenkooi. De nu nog zichtbare “pijpen” in de Kooiplas zijn restanten van de Heidesloot die het water vanuit de Kooiplas afvoerde en de sloot die vroeger het water aanvoerde vanuit de omgeving West-Geesteren.
Kaart van de omgeving van de Oostereendenkooi nabij de Kooiplas van plm.1790
Uit historisch nieuws over de Kooiplas blijkt dat de KNNV veel heeft gedaan voor behoud van dit natuurgebied.
DE WEITEMANSLANDEN. Voor het behoud van een natuurmonument.
In de te Almelo gehouden vergadering van de afdeeling „Twente ” der Ned. Natuurhistorische Vereeniging werd de actie besproken tot behoud van de z.g. Weitemanslanden in het Witte Veen, ten noorden van Almelo. Dit is een nog onbewoond, moerassig gebied, weinig minder dan 1000 H.A. groot, dat met ontginning wordt bedreigd en waarvan men het plassenrijke gedeelte gaarne als natuurmonument zou willen redden. De voorzitter, de heer Bernink, deelde mede, van ir. J . Nijsingk, directeur der Ontginningsmaatschappij, te hebben vernomen, dat in de toekomst misschien een flink stuk zou kunnen worden aangekocht. De heer G. J . Wesselink, lid der Prov. Staten, die als belangstellende de vergadering bijwoonde, gaf in overweging, zich te bepalen tot aankoop van den grootsten plas, den z.g. Kooiplas (pl.m. 15 H.A.), toebehoorende aan de gemeente Vriezenveen. Aan den heer Bernink, directeur van „Natura Docet”, werd daarna opgedragen zich met dit doel in verbinding te stellen met het gemeentebestuur van Vriezenveen. (Hbd.)
De flora/fauna van de Kooiplas is in de loop der jaren ook in kaart gebracht.
In 1977 heeft J. Bekhuis de broedvogel rijkdom in kaart gebracht en in een verslag vastgelegd (blad FICEDULA, orgaan van de Twentse Vogelwerkgroep 7e jaargang nr.2 juni 1978).
C. Abbink heeft gedurende vele jaren gegevens van o.a. planten, vogels, insecten, vlinders, mossen en paddenstoelen doorgegeven aan de Nederlandse databank.
De KNNV heeft in de jaren 1978 t/m 1987 regelmatig het gebied bezocht en notities gemaakt van vooral planten en paddenstoelen (H. Stevens). Rond 1990 heeft SBNL een herstelplan laten opstellen. Veel begroeiing moet weggehaald worden en in het centrale deel dient ook de humuslaag verwijderd te worden. Een grote klus in een moeilijk toegankelijk gebiedje.
De kosten werden toen geschat op fl. 100.000,- maar helaas werd geen financiering gevonden. In 2012 zijn opnieuw de broedvogels in kaart gebracht (R.Brunink).
Door verdere verdroging en bebossing is de flora/fauna in de loop der jaren veranderd.
De broedvogelpopulatie, en de verandering ten opzichte van 1977 en 2012, is in 2023 opnieuw onderzocht en vastgelegd in een rapport (R.Bos).
Dit rapport is als document hieronder in te zien.